Men verwart de lilianae dikwijls met de fischeri

De Njassa agapornis, Agapornis Lilianae, komt voor Zuid-Tanzania en Malawi en in de dalen van de Zambiarivier in Noord-Zimbabwe en Oost-Zambia. De soort bewoont hier de met kreupelhout en acacia's begroeide dalen van de rivier. Buiten het broedseizoen zoeken ze gewoonlijk de wat hoger gelegen gebieden op, doch ze blijven steeds in de nabijheid van water
Enkele. keren per dag zoeken ze het water op om er te drinken en te baden.
Het zijn typische kolonievogels die het gehele jaar bij elkaar blijven. Tegen de paartijd vallen de kolonies, die gewoonlijk uit zo'n 100 of meer vogels bestaan, in kleinere groepen uiteen. Hun voedsel bestaat uit allerlei gras-zaden, granen, vruchten, bessen en bladknoppen. In ontgonnen gebieden, met name op millet- en zonnebloemvelden, kunnen ze veel schade aanrichten.
Deze vogels kregen voor het eerst bekendheid in 1864. Merkwaardigerwijs besefte men in die tijd niet dat men met een nieuwe soort- te doen had, want hoewel deze agaporniden witte oogringen hebben, hield men ze voor de
Agapornis roseicollis. Schedeldak en voorhoofd hebben een oranjerode tint, die op de wangen en keel overgaat in een blekere donkerzalmroze kleur. Het bovenstaartverendek van de rosseicollis  is blauw, terwijl die Liliane groen is.
Pas in 1894, dertig jaar nadat ze ontdekt waren, werden ze door Shelley als een afzonderlijk soort gedetermineerd. Hij noemde ze naar mej. Lilian Sc1ater, een zus van de vermaarde vogelkenner en publicist W. L. Sc1ater. In 1926 kwamen ze voor het eerst naar Europa. Nog in hetzelfde jaar werd er in Engeland mee gekweekt.
Het zijn kolonievogels die laaggelegen gebieden opzoeken.
Men treft ze dikwijls op de grond aan, bij water of op zoek naar graszaden.
Bessen zijn het hoofdvoedsel van deze soort. Daarnaast eten ze ook fruit, bladknoppen en zaden. Afgezien van het gegeven dat januari en februari er de maanden voor zijn, is er weinig bekend over hun parings- en broedgedrag in het wild. De Njassa agapornis gebruikt oude wevervogelnesten en uitstekende dakranden om zijn nest te bouwen. Daar leggen ze hun 4-6 witte eieren. De broedduur is 22 dagen en de jongen vliegen na ca 44 dagen uit.

Soortbeschrijving

Man en pop. Voorhoofd en wangen oranjerood; op het achterhoofd overgaand in olijfgeel, vervolgens in groen.. Bef oranjerood overgaand in donkerzalmroze en vervolgens in bronskleurig op de boven borst. Algemene lichaamskleur groen. Onderborst, buik, flanken, anaalstreek en stuit geelachtig groen. Mantel €n vleugeldek donkergroen. Het vleugeldek doet enigszins gehamerd aan. In de vleugelbocht is de kleur een nuance lichter. De grote vleugelpennen zijn blauwzwart. Boven- en onderstaartdekveren geelachtig groen. De grote staartpennen tonen een geel-oranjerood-zwarte dwarstekening; de stáarttippen zijn groen. Snavel koraalrood, met aan de basis een witte snavelriem. Ogen roodbruin, omgeven door een witte ring van washuid. Poten grijsachtig bruin; nagels donkergrijs. De wangen van de jongen zijn enigszins zwartachtig doorgelopen. Op de bovensnavel bevindt zich een zwarte vlek. Voor het overige lijken ze op de ouders.

Mutaties
Van de Agapornis lilianae bestaat o.a. een lutino mutatie, doch het. aantal is in navolging van de algemene schaarste van deze soort zeer klein gebleven.
We onderscheiden nu de volgende kleurslagen:
 groen (lichtgroen)    
 D groen (donkergroen) 
 DD groen (olijfgroen)
 blauw (hemelsblauw)
 D blauw (kobalt)
 DD blauw (mauve)  
 violet             
 slaty           
 pastel groen (lichtgroen) 
 pastel D groen (donkergroen)   
 pastel DD groen (olijfgroen)    
 pastel blauw (hemelsblauw)   
 pastel D blauw (kobalt) 
 pastel DD blauw (mauve)   
 pastel violet       
 pastel slaty        
 lutino           
 albino       

De volledige beschrijving en de eisen die aan de lilianae als tentoonstellingsvogel worden gesteld zijn opgenomen in de standaardeisen.

Van de vogels die al langdurig in Belgie en Nederland worden gekweekt hebben de vogelbonden eerst ieder voor zich, maar de laatste jaren steeds meer gezamenlijk, standaardeisen opgesteld.
Via de technische commissies is onze speciaalclub daar bij betrokken.
U kunt de standaardeisen downloaden van het internet.
De bestanden zijn in het bekende pdf formaat en afkomstig van de website van de NBvV

 
 

Agapronis lilianae



Introductiepagina | Agapornis pullaria | Agapornis cana | Agapornis taranta | Agapornis swinderniana | Agapornis roseicollis | Agapornis fischeri | Agapornis personata | Agapornis lilianae | Agapornis nigrigenis

Ons adres:


E-mail: info@speciaalclub.nl