Agapornis cana man

De grijskopagapornis, Agapornis Cana cana, werd in 1788 voor het eerst wetenschappelijk beschreven en is de enige op Madagascar voorkomende soort. Hij leeft in het kreupelhout van de bossen.
De ondersoort Agapornis cana ablectanea werd in 1918 ontdekt en beschreven. De man van de Agapornis cana ablectanea is aan kop; nek en borst dieper grijs met een violetachtig tintje.

De algemene lichaamskleur meer blauwachtig donkergroen met duidelijk waarneembaar minder geel. De pop is qua algemene lichaamskleur als de man. Hun woongebied is het zuidwestelijk gebied van Madagascar.
Beide soorten worden in ons land bij de liefhebbers aangetroffen. Met zijn 13 cm is de cana een van de kleinere agaporniden. Het model van de cana wijkt aanmerkelijk af van de andere agaporniden-soorten, zodat ze veel kleiner lijken dan ze in werkelijkheid zijn. De cana is veel minder gedrongen en ook de kop is betrekkelijk klein en puntig. Ook de snavel en de snavelzetting wijken af; de snavel is smaller en veel kleiner dan van de andere agapornidensoorten, bovendien steekt hij enigszins uit zodat de snavelpunt de befbevedering niet raakt.

De soort Agapornis Cana cana behoort tot de 3 soorten met dimorfismische verschillen. Man en pop hebben een ander uiterlijk. Kop, nek en borst van de man zijn parelgrijs. De algemene lichaamskleur is groen; onderborst, buik en flanken meer geelachtig groen. Vleugeldek en mantel donkergrijsachtig groen; stuit donkergroen. De vleugeldekveertjes doen ietwat gehamerd aan. Grote vleugelpennen donkergrijs.
De ondervleugeldekveren zijn zwart. De grote staartveren, die bijna geheel door de boven- en onderstaartdekveren worden bedekt, tonen gerekend vanaf de basis een geel-en-zwarte dwarstekening gevolgd door donkergroene uiteinden. Bovenstaartdekveren groen; onderstaartdekveren meer geelachtig groen.
De bovensnavel is beige; ondersnavel grijs. Ogen donkerbruin. De poten zijn lichtgrijs; nagels donkergrijs. .
Kop, nek en borst van de pop zijn grasgroen. Ondervleugeldekveren groen.
Voor het overige is de pop geheel gelijk aan de man.
De jonge cana's lijken veel op de ouders. Het grijs op de kop is spoedig zichtbaar. Sommige mannen blijven langer groen. Mannen hebben echter zwarte ondervleugel-dekveren terwijl die. van de pop groen zijn. De bovensnavels zijn meer geelachtig met een zwarte vlek.

De Grijskopagapornis is een bijzonder schuw en nerveus dier. Hij schrikt snel en trekt zich dan terug in een hoekje of in een nestkastje.
Deze eigenschappen bemoeilijken de voortplanting in gevangenschap en is daarom minder geschikt voor de beginnende kweker. In de voliere kan men de cana  wat meer privacy geven door er struikgewas of andere planten omheen te zetten, zodat ze minder snel worden opgeschrikt.
De Grijskopagapornis is in het wild geen koloniebroeder. Het verdient daarom aan-beveling de paartjes apart te huisvesten. In een buitenverblijf kunnen ze niet zonder een verwarmd onderkomen.
Hun nestkastje hoeft niet groter te zijn dan die van de grasparkiet, hoewel het best ruimer mag zijn. Hun nesten zijn vrij eenvoudige bouwsels.
De pop steekt allerlei nestmateriaal tussen haar lichaamsbevedering en neemt dat zo mee. Ze bedekt uitsluitend de bodem van de broedkast.
De kweker zorgt voor een ondergrond van mos of rottend hout. Tijdens de broedperiode kan men de vogels het beste zo veel mogelijk alleen laten.
Bij slechts enkele kwekers is een ruime voorraad 'eigen kweek' voorhanden
Het spreekt vanzelf dat we met: cana's die in gevangenschap geboren zijn
eerder kweekresultaten bereiken dan met wildvang. Het nadeel van wildvang is bovendien dat als het vogels betreft die volledig op kleur zijn, we niet kunnen zien hoe oud ze zijn. Ook zijn in gevangenschap gekweekte vogels veel minder schuw. Eigen-kweekvogels zijn echter schaars en meestal ook duurder,doch het laatste zal voor de echte liefhebber stellig geen bezwaar zijn.

Standaardeisen
 

Van de vogels die al langdurig in Nederland en Belgie worden gekweekt hebben de vogelbonden eerst ieder voor zich, maar de laatste jaren steeds meer gezamenlijk, standaardeisen opgesteld.
Via de technische commissies is onze speciaalclub daar bij betrokken.
U kunt de standaardeisen downloaden van het internet.
HIeruit blijkt dat nog geen kleurmutaties zijn beschreven
De bestanden zijn in het bekende pdf formaat en afkomstig van de website van de ANBvV

 
 

Agaporniden Agapornis canus


Introductiepagina | Agapornis pullaria | Agapornis cana | Agapornis taranta | Agapornis swinderniana | Agapornis roseicollis | Agapornis fischeri | Agapornis personata | Agapornis lilianae | Agapornis nigrigenis

Ons adres:


E-mail: info@speciaalclub.nl